Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wee dien, die [89]tot het hout zegt: [90]Word wakker! [en:] [91]Ontwaak! [92]tot den zwijgenden steen. Zou [93]het [94]leren? Ziet, het is [met] goud en zilver overtrokken, en er is gans [95]geen geest in het midden van hetzelve. 89. Dat is, tot het beeld van hout gemaakt. De zin is: Wee dengene, die de afgoden of hunne beelden aanroept. 90. Dat is, sta op om ons te helpen in dezen onzen nood. 91. Alzo spreekt David tot den waren God; Ps.35:23. 92. Dat is, tot het beeld van steen gemaakt hetwelk stom is. 93. Te weten het houten of stenen beeld; Jes.44:9. 94. Iemand iets goeds kunnen leren? 95. Of, geen adem, noch der mensen, ja ook niet der beesten, veel minder van enige godheid.